Pensioenstelsel Nederland – Pijlers onder Nederlandse pensioensysteem
Pensioenstelsel Nederland. Het Nederlands pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers. In dit artikel een toelichting op het pensioenstelsel Nederland. Verder wordt ingegaan op de ontwikkelingen rondom pensioenen in Nederland en wat deze ontwikkelingen voor het pensioenstelsel van Nederland in haar huidige vorm en u kunnen betekenen.
Wat is pensioen?
Pensioen is inkomen voor de tijd dat u niet meer werkt op latere leeftijd of niet meer kan werken door arbeidsongeschiktheid.
Pensioenstelsel Nederland
Het Nederlands pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers:
- Pijler 1: het overheidsdeel (AOW),
- Pijler 2: het werkgeversdeel;
- Pijler 3: het pensioendeel dat u mogelijk zelf als aanvulling opzij legt.
Bekijk hier hoe uw pensioen is opgebouwd en wat de aandachtspunten zijn:
(Klik op de afbeelding om te vergroten!)
Pijler 1 pensioenstelsel Nederland: AOW
Als u tussen uw 15e en 65e rechtmatig in Nederland heeft gewoond dan krijgt u van de overheid vanaf uw 65e (de pensioenleeftijd) een basispensioen in de vorm van AOW. AOW staat voor Algemene OuderdomsWet, hierin is het recht op basispensioen geregeld. Het doel van de AOW is het bieden van een minimuminkomensgarantie voor ouderen.
De AOW wordt betaald uit de premies volksverzekeringen die worden ingehouden op het bruto loon. De mensen die nu werken betalen zoveel mogelijk voor de AOW van de huidige gepensioneerden (het zogenaamde omslagstelsel).
Hoeveel AOW-uitkering u krijgt is afhankelijk van uw woonsituatie (met wie u de kosten van een huishouden deelt) en het aantal jaren dat u in Nederland heeft gewoond tussen uw 15e en 65e. Voor ieder jaar in deze periode bouwt u 2% AOW-pensioen op. De AOW-uitkering hangt niet af van de hoogte van uw inkomen en of u wel of niet werkzaam bent geweest.
Afhankelijk van uw woonsituatie (en als u altijd in Nederland heeft gewoond) krijgt u de volgende AOW-bedragen:
- U woont alleen of bent alleenstaande ouder: 70% van het netto minimumloon;
- Getrouwd of samenwonende partner: 50% van het netto minimumloon, samen 100%;
- Mensen die een minderjarig kind verzorgen; 90% van het netto minimumloon;
- Uw partner is nog geen 65 jaar: een extra bedrag boven op uw AOW-pensioen. Dit extra bedrag heet AOW-partnertoeslag en ontvangt u tot uw partner 65 wordt. De partnertoeslag komt per 01-01-2015 te vervallen. Als u voor 2015 65 bent of bent geworden heeft u nog recht op partnertoeslag.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt de AOW-bedragen meestal elk halfjaar opnieuw vast. Op svb.nl vindt u de exacte bedragen.
Pijler 2 pensioenstelsel Nederland: het werkgeversdeel
Het werkgeversdeel van het pensioenstelsel is een aanvulling op de AOW-uitkering die u van de overheid krijgt. Dit deel maakt onderdeel uit van de arbeidsvoorwaarden. Het doel is het bieden van een inkomen (samen met de AOW) aan ouderen dat gerelateerd is aan het tijdens het werkzame leven genoten salaris.
Pensioenfonds, -verzekeraar en Premie Pensioen Instellingen (PPI)
In de jaren dat u bij uw werkgever werkt, wordt daar meestal een bedrag opzij gezet voor uw pensioen. Het meest gebruikelijk is dat werkgever en u samen (inhouding op het brutoloon) de pensioenbijdrage betalen. Arbeidspensioenen worden uitgevoerd door pensioenfondsen, verzekeraars en Premie Pensioen Instellingen (PPI’s).
Soorten pensioenregelingen
Werkgevers kunnen kiezen uit verschillende regelingen. Het soort pensioenregeling die u hebt is erg belangrijk voor de hoogte van uw pensioen en de mogelijke risico’s die u loopt. De regelingen zijn:
- Middelloonregeling; de uitkering wordt bepaald als percentage van het gemiddelde loon dat u bij uw werkgever heeft verdiend;
- Eindloonregeling de uitkering wordt bepaald als percentage van het laatstverdiende loon dat u bij uw werkgever heeft verdiend;
- Beschikbare premieregeling; u bouwt uw eigen spaarpot op. Uitkeringen vinden plaats uit deze spaarpot;
- Combinatieregeling; een gecombineerde vorm van bovenstaande manieren.
De middelloon- en eindloonregeling worden ook wel “defined benefit”-regelingen genoemd, oftewel een bepaalde hoogte van het pensioen is gegarandeerd. De beschikbare premieregeling wordt ook wel “defined contribution”-regeling genoemd. De hoogte van de premie is bekend, terwijl de hoogte van het pensioen afhankelijk is van het beleggingsrendement.
Niet iedere werkgever heeft een pensioenregeling. Werkgevers zijn niet altijd verplicht om een pensioenregeling te hebben. Als uw werkgever geen regeling heeft is het verstandig om zelf uw pensioen aan te vullen. Dit kan door middel van banksparen of een lijfrenteverzekering. Op uw pensioenoverzicht leest u welke regeling u heeft.
Eerder stoppen met werken
Bij de meeste werkgevers krijgt u pensioen vanaf uw 65e levensjaar. Als u eerder wil stoppen met werken dan kan dat bij veel werkgevers. Omdat u bij eerder stoppen met werken minder pensioen opbouwt kost u dat geld. Daarnaast moet het opgebouwde pensioen verdeeld worden over meer jaren.
Overige pensioensoorten
Naast pensioen voor de oudedagvoorziening zijn er nog andere pensioensoorten die u kunt afsluiten:
- Nabestaandenpensioen
- Partnerpensioen; wordt uitgekeerd aan uw partner als u komt te overlijden. U partner ontvangt de uitkering totdat hij of zij zelf komt te overlijden. Uw partner komt niet altijd automatisch in aanmerking voor het partnerpensioen. Dit kunt u opvragen bij uw pensioenfonds;
- Wezenpensioen; wordt uitgekeerd aan uw minderjarige kind als u komt te overlijden. Als uw kind studeert of arbeidsongeschikt is, wordt de leeftijd waarop de toelage eindigt vaak verlengd tot 25-27 jaar;
- Arbeidsongeschiktheidspensioen; raakt u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt, dan bouwt u hiermee toch voldoende pensioen op. Het is een aanvulling op de arbeidsongeschiktheidsregeling van de overheid. U krijgt het pensioen tot u 65 bent.
Pensioenopbouw na uw 65e gaat in de meeste regelingen gewoon door.
Pijler 3 pensioenstelsel Nederland: eigen aanvulling
U kunt uw verwachte pensioen van de overheid en uw werkgever zelf vrijwillig aanvullen. Het doel van zelf sparen voor aanvullend pensioen is meestal het repareren van pensioenbreuk of een pensioengat. Deze kunnen bijvoorbeeld zijn ontstaan als u:
- Een aantal jaren niet heeft gewerkt;
- Van baan bent gewisseld (pensioenbreuk);
- Bent gescheiden;
- Onbetaald verlof heeft genoten;
- Met vervroegd pensioen bent gegaan;
- Geen volledige AOW heeft opgebouwd.
Of en hoeveel aangevuld wordt is meestal afhankelijk van: hoeveel pensioen u verwacht van de overheid en uw werkgever, hoeveel vermogen u heeft opgebouwd, of u nog andere inkomsten heeft naast uw pensioen en wat uw maandelijkse kosten zullen zijn na uw pensioen.
Banksparen, lijfrente of kapitaalverzekering
U kunt op verschillende manieren zelf sparen voor uw eigen pensioen. De meest voorkomende manieren is het sparen via banksparen, lijfrente of kapitaalverzekering.
U kunt zelf belastingvrij sparen voor uw pensioen als er sprake is van een pensioentekort. Op de site van de Belastingdienst kunt u uw jaarruimte en reserveringsruimte (het zogenaamde pensioengat) berekenen. De jaarruimte is het gebrek aan pensioenopbouw in het afgelopen jaar, de reserveringsruimte het gebrek in de voorgaande zeven jaar. U kunt niet méér belastingvrij sparen dan het pensioentekort. Als u inlegt geldt een minimum inleg op jaarbasis.
Het gestorte bedrag is fiscaal aftrekbaar in box 1 (onder Uitgaven voor inkomensvoorzieningen). Het bedrag is (tot een bepaald maximum) alleen aftrekbaar als u een pensioentekort heeft en het in het lopende kalenderjaar is gestort. Het opgebouwde kapitaal (dus ook het rendement) telt niet mee in de berekening van de vermogensbelasting box 3. De uitkeringen na pensionering zijn wel belast (de zogenaamde omkeerregeling).
Huidige ontwikkelingen pensioenstelsel Nederland
Financiering van de AOW steeds moeilijker
In 2011 stond tegenover elke pensionaris 4 werkenden. Door de vergrijzing en de gestegen levensverwachting zal in 2040 de verhouding naar verwachting 1 staat tot 2 bedragen. De verwachting is dat de kosten van de AOW zullen verdubbelen. Dit maakt het steeds moeilijker de AOW (pijler 1 van het pensioenstelsel) in de huidige vorm te handhaven.
Dekkingsgraad pensioenfondsen laag
Voor pensioenfondsen wordt het naar verwachting steeds moeilijker om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Oorzaken hiervoor zijn, naast de vergrijzing en gestegen levensverwachting, het ongunstige economische klimaat en de lage rentestand. Ook voor het werkgeversdeel (pijler 2 van het pensioenstelsel) van het pensioen geldt daarom dat het steeds moeilijker wordt deze in de huidige vorm te handhaven.
Er zijn medio 2011 in een pensioenakkoord diverse wijzigingen van het Nederlandse pensioenstelsel voorgesteld. Deze wijjzigingen hebben effect op alle drie de pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel.
Tot slot
Door de huidige ontwikkelingen met betrekking tot het pensioenstelsel Nederland is er veel te doen over pensioenen. Doordat steeds meer bezuinigd zal moeten worden op de pensioenvoorzieningen zal u voor een goed pensioen in de toekomst steeds meer op uzelf zijn aangewezen. U kunt op verschillende manieren zelf uw pensioen aanvullen. U kunt belastingvrij voor uw pensioen sparen met banksparen, een lijfrente of een kapitaalverzekering als u een pensioentekort heeft.
Veel mensen denken een hoger pensioen (veelal 70% van het laatstverdiende loon) te krijgen dan werkelijk het geval zal zijn. Zonder zelf te sparen voor uw pensioen zijn realistische percentages 35% tot 40% van het laatstverdiende loon. Vroeg of laat zullen steeds meer mensen zich hiervan bewust worden. Het is daarom wellicht goed om na te denken over uw pensioen, de ontwikkeling van het pensioenstelselover hoe u denkt te kunnen leven als pensionaris.
Nog geen reacties
Reageer